De situatie lijkt stilaan op een echte klucht: voor de Euro 7-norm waarvan de voorschriften begin 2021 bekend zouden zijn, is de inhoud nog steeds niet bekendgemaakt. Dit was eerst uitgesteld tot eind 2021, vervolgens tot het voorjaar van 2022 en dan tot de zomer van 2022. Maar nu is deze tekst weer uitgesteld tot het najaar van 2022 (zonder verdere details), wat de uitvoering ervan duidelijk in vraag stelt tegen de deadline in 2025-2026.
De emissienormen worden steeds strenger en de toepassing ervan vereist dus steeds belangrijker onderzoek, ontwikkeling en investeringen van de constructeurs. Het probleem is dat deze opeenvolgende vertragingen de goede uitvoering van de agenda, namelijk de implementatie van de norm voor alle voertuigen in 2025-2026, ernstig in gevaar brengen. De situatie is des te grappiger, omdat het waarschijnlijk ook de laatste euronorm in de geschiedenis is, aangezien Europa zoals geweten de verkoop van alle nieuwe auto’s met verbrandingsmotoren vanaf 1 januari 2035 zal verbieden.
Dieselmotor bedreigd?
De toekomst van de verbrandingsmotor en misschien ook van de beschikbaarheid ervan in onze auto’s wordt bedreigd, omdat het enkele jaren duurt om de depollutietechnologieën te ontwikkelen die nodig zijn om aan de nieuwe Euronorm te voldoen. Niemand weet echter al wat er in die tekst zal staan. Er zijn enkele lekken geweest en die zullen specialisten waarschijnlijk niet geruststellen, omdat daaruit blijkt dat de vervuilingsniveaus weer aanzienlijk zijn verlaagd in vergelijking met de Euro 6d-norm, naast de implementatie van complexe technologieën, zoals de opvang van remstof.
De Euro 7-norm zal waarschijnlijk zeer complex toe te passen zijn, terwijl al aangekondigd werd dat het ook de doodsteek voor de dieselmotor zou kunnen zijn. Hoezo? Omdat sommige geruchten (waarvan de bron onbekend is, maar die niet mogen worden genegeerd, gezien de tijd die nodig is voor de publicatie van de tekst) aangeven dat de toekomstige standaard de noodzaak van motorvoorverwarming om vervuiling bij het opstarten te verminderen veel groter maakt. De limiet kan zo ver gaan dat de investeringen (die op zeer korte termijn moeten gebeuren) te belangrijk zouden zijn om nog winstgevend te zijn voor de fabrikanten. Die zouden dan geen andere keuze hebben dan af te zien van deze technologie die toch al meer dan 100 jaar succes kent bij de auto. Het zou een triest einde van dit mooie verhaal zijn.
Advertentie – lees hieronder verder
Dringende agenda
ACEA (de Vereniging van Europese Autoconstructeurs) heeft bij de Commissie aangedrongen op de publicatie van de Euro 7-norm. Dit zal “de duidelijkheid en de tijd geven die nodig is om de komende technische veranderingen te plannen en door te voeren”. ACEA was toch begripvol en gaf aan dat het mogelijk zou zijn om tot een reductie van 50% van de stikstofoxiden (NOx) voor dieselmotoren en 40% voor benzinemotoren te komen. Daarnaast wordt een systeem voor het terugwinnen van deeltjes geproduceerd door de remmen veel minder gewaardeerd en afgeraden, onderstreept de organisatie.
De implementatie van deze toekomstige standaard is gepland voor 31 december 2025 voor nieuw gehomologeerde auto’s en een jaar later voor alle andere modellen (die al op de markt zijn), maar de opeenvolgende vertragingen laten niet langer toe dat dit schema wordt aangehouden, aldus de vereniging. Kortom, de geboorte van de Euro 7-norm belooft moeilijk te worden, wat uiteindelijk een invloed zal hebben op de automobilisten, die als enigen de nieuwe opgelegde beperkingen zullen dragen.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be