De toekomst van de Audi-fabriek in Vorst, Audi Brussels, ziet er niet goed uit. Begin juli kondigde de directie aan te willen herstructureren en ook de assemblage van de Q8 e-tron eerder dan gepland te stoppen vanwege een vertragende vraag naar elektrische auto’s. Daarbij komt de concurrentie van de nieuwe Q6 e-tron, die in alle opzichten beter blijkt te zijn.
En het gaat snel gaan, want vanaf oktober zullen er 1.510 banen verdwijnen, gevolgd door een tweede ontslagronde in mei 2025 waarbij nog eens 1.110 banen worden geschrapt. Van een totaal van ongeveer 3.000 blijven er dan nog maar ongeveer 380 over. Men vraagt zich af of die nog iets anders te doen zullen hebben dan de boel opdoeken.
Grote steun?
Veel waarnemers geven aan dat de Belgische Audi-fabriek niet rendabel was en dat de sluiting misschien uiteindelijk een goede zaak is, omdat het een herstructurering zou kunnen aankondigen die de hele sector nodig heeft. Deze kampt met overcapaciteit en is op zoek is naar een nieuwe richting. De analyse is hard, vooral voor de werknemers die de afgelopen jaren veel toegevingen hebben gedaan om de Brusselse productie voort te zetten.
Toch zijn het niet alleen de werknemers die inspanningen hebben geleverd. Ook de Belgische staat heeft de portemonnee geopend. En niet zo’n beetje ook. De commissies Economie en Sociale Zaken van de Kamer, die de fabrieksarbeiders hebben ontvangen, hebben in detail de ontvangen steunbedragen van Audi Brussels sinds 2018 besproken. Volgens de informatie verstrekt door het ABVV heeft Audi geprofiteerd van verminderingen van de bedrijfsvoorheffing (11 tot 14 miljoen per jaar), daarbovenop verlagingen van de rsz-bijdragen en ten slotte kredieten en subsidies voor opleidingen. Dat komt neer op een totaal van 157,7 miljoen euro over 6 jaar. Dat is niet niks, want als je het verdeelt over de 3.000 werknemers, komt dat neer op meer dan 52.000 euro per werknemer, wat niet veel zal verschillen van een bruto jaarloon.
Advertentie – lees hieronder verder
Foto: © Alexander De Croo
De vakbonden hebben natuurlijk kritiek geuit op de houding van Audi, waarbij ze benadrukken dat de autofabrikant zeer winstgevend was, gezien de 6,3 miljard euro winst in 2023. Dat gezegd zijnde, is het een geval van David tegen Goliath. Fabriekssluitingen zijn niet nieuw. En helaas zal het wellicht niet de laatste zijn, in een economische context van een handelsoorlog met China. Europese fabrikanten overwegen het Chinese model over te nemen om te overleven. Maar wat zijn de sociale gevolgen?
Een toekomst voor de auto-industrie in België?
Federatie Agoria stelt bij de RTL dat er weldegelijk een toekomst is voor de auto-industrie in België. Het ecosysteem is sterk ontwikkeld met veel toeleveranciers, wat de vestiging van fabrieken of de komst van innovaties vergemakkelijkt. Vandaag de dag zijn er 450 middelgrote bedrijven (dus niet Audi of Volvo) actief in de autosector, goed voor in totaal 55.000 banen.
We kunnen dus enig vertrouwen behouden, vooral omdat de productie van auto’s of auto-onderdelen vorig jaar met 18% is gestegen. Het autolandschap blijft dus sterk in België. Het verlenen van overheidssubsidies aan een autofabrikant is ook gebruikelijk; met azijn vang je immers geen vliegen. Hoewel Tesla bijvoorbeeld geen steun van de Duitse regering ontving voor de bouw van zijn fabriek in Berlijn (er was sprake van meer dan een miljard, maar Tesla heeft uiteindelijk niets gekregen vanwege een Europese regel), mogen we de miljarden die de regering-Macron heeft ingezet voor toekomstige batterijfabrieken in het noorden van Frankrijk niet vergeten. Het is dus allerminst uitzonderlijk dat België alles heeft gedaan om zo gastvrij mogelijk te zijn voor Audi. Het enige punt waarop je kritiek kan hebben, is dat de regering misschien voorwaarden had moeten stellen aan haar steun in geval van herstructurering of sluiting.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be