De Europese Commissie deed onlangs onderzoek naar plug-inhybrides. De Europese instantie was verbaasd over het verschil tussen het theoretische en werkelijke verbruik van deze auto’s. Volgens de Commissie ligt het probleem in het onduidelijke WLTP-protocol. De cijfers zijn namelijk onrealistisch, omdat ze voornamelijk het verbruik meten bij lagere belasting, dus tijdens het elektrische rijden. In werkelijkheid is het natuurlijk onmogelijk voor een plug-inhybride om slechts 1 of 2 l/100 km te verbruiken. Dat hebben automobilisten uiteraard al gemerkt. Wat nog het meest verbaast, is dat de Europese Commissie er zo lang over gedaan heeft om deze situatie te beseffen.
Europa let nu heel goed op de werkelijke uitstoot van auto’s. Bij plug-inhybrides zou de uitstoot tot 3,5 keer hoger liggen dan het officiële cijfer. De Commissie gelooft dat dit verschil te wijten is aan nalatigheid van de eigenaars, die maar al te vaak ‘vergeten’ om hun auto op te laden. “Deze voertuigen benutten hun volledige potentieel niet, voornamelijk omdat ze niet zo vaak worden opgeladen en in elektrische modus gebruikt worden als de regelgeving vereist”, legt Brussel uit.
15% van de tijd elektrisch?
Er gaapt een enorme kloof tussen de realiteit en de regelgeving voor het beoordelen van het verbruik van plug-inhybrides. De norm gaat ervan uit dat de auto tussen 70% en 85% van de tijd in elektrische modus gebruikt wordt. Maar volgens berekeningen van de milieulobby Transport & Environnement (T&E) rijden plug-inhybrides in werkelijkheid slechts tussen 11 en 15% van de tijd op hun batterijen. Het werkelijke gebruik van de auto stemt dus helemaal niet overeen met de reglementering.
Advertentie – lees hieronder verder
Stevige maatregelen
In deze omstandigheden heeft Europa besloten om stevige maatregelen te nemen. Een verandering in de regelgeving wordt al in 2025 verwacht en zal de uitstoot van plug-inhybrides gemiddeld verdubbelen. Een BMW X1 PHEV bijvoorbeeld, die vandaag officieel 45 g CO2/km uitstoot, zal naar verwachting 96 g/km uitstoten in 2025, volgens een impactstudie van de ICCT (International Council on Clean Transportation). En dat is nog niet alles: Europa is van plan om de uitstoot van deze auto’s te verdrievoudigen tegen 2027, waardoor dezelfde X1 plots 122 g/km zou uitstoten.
Hierdoor dreigt de interesse in plug-inhybrides in Europa de komende maanden en jaren af te nemen. Vaak is de belasting gebaseerd op de CO2-uitstoot. En die bepaalt uiteraard de keuze van automobilisten, zeker in wagenparken van bedrijven. In België gaat de fiscale aftrekbaarheid van plug-inhybrides geleidelijk naar beneden: 100% in 2024, maar 75% in 2025, 50% in 2016, 25% in 2027 en 0% in 2028.
Verandering bij constructeurs?
Deze wijziging in de regelgeving leidt mogelijk tot strategische veranderingen bij automerken, die tot nu toe vertrouwden op plug-inhybrides om de gemiddelde uitstoot van hun gamma te verlagen, maar ook om kopers te overtuigen die elektrische auto’s momenteel vermijden. Onder andere Mercedes en Renault hebben aangekondigd dat ze plug-inhybrides zullen aanbieden tot op het laatste moment (2035).
Hierdoor wordt het minder interessant om PHEV’s te bouwen. Het valt nog te bezien in hoeverre fabrikanten ze geleidelijk aan zullen opgeven. De automerken moeten in 2025 nog altijd een reductie van 15% van de totale uitstoot van hun vloot realiseren. Als in datzelfde jaar de uitstoot van plug-inhybrides plots verdubbelt, wordt dat een probleem…
Maar niet iedereen denkt er zo over. In een interview met Les Echos zegt consultant Schmidt Automotive Research dat plug-inhybrides zelfs als hun uitstoot verdrievoudigt, automerken nog altijd helpen om hun doelstellingen te halen in vergelijking met auto’s met verbrandingsmotoren. In elk geval is de interesse in plug-inhybrides al aan het afnemen. Dat is zo in België door de veranderde wetgeving (geleidelijk einde van de fiscale aftrekbaarheid), maar ook in Europa, waar hun marktaandeel tussen 2022 en 2023 gedaald is van 9,4% naar 7,7%.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be