Na twee jaar onderbreking door covid vindt over twee weken het Autosalon van Brussel plaats in de Heizelpaleizen. Symbolisch een mooie overwinning op de pandemie. Bovendien viert het evenement zijn honderdste editie én vormt het Salon voor het eerst het decor voor de verkiezing van de Auto van het Jaar (COTY).
Deze editie van het Salon is nog belangrijker, want na twee jaar crisis en moeilijkheden in de levering en beschikbaarheid van modellen wordt de situatie stilaan weer normaal. Bij veel merken beginnen de problematische levertijden af te nemen en normaliter zou dit zo moeten blijven. Ook de productie van halfgeleiders lijkt uit de problemen, waardoor kopers weer de auto van hun keuze kunnen bestellen en niet meer hoeven terug te vallen op een ongewenst alternatief.
Veel hogere prijzen
De jaarlijkse hoogmis van de auto in België is ook de plaats waar je koopjes kunt doen (of beter gezegd de periode, want op het Salon zelf wordt niet meer verkocht). Logisch, want het evenement is goed voor bijna 30 procent van de jaarverkoop van de merken, die uiteraard een harde strijd leveren om de zieltjes van de kopers te winnen. Voor de consument lijkt dat goed nieuws. Maar tegenover een jaar geleden is er een enorme inflatie met soms onverwachte gevolgen. Potentiële kopers dreigen vreemd op te kijken wanneer ze de bestelbon tekenen…
Volgens een onderzoek van Sud Presse werden de meeste potentiële kopers geconfronteerd met een prijsstijging in de autosector in de loop van 2022. We schreven het onlangs nog: gemiddeld zijn de prijzen met 10 procent (of 3.000 euro) gestegen, zelfs bij goedkopere, kleinere instapmodellen. En dan spreken we nog niet over de veelzijdige stadswagens zoals de Peugeot 208 en co. Zelfs Dacia heeft zijn prijzen aanzienlijk verhoogd. Het basismodel van de Sandero steeg bijvoorbeeld van 9.390 naar 11.290 euro. Dat komt uiteraard door de hogere kosten van grondstoffen, maar ook van energie en transport. De situatie wordt nog verergerd door de vergroening van het wagenpark, want hybride en elektrische auto’s vereisen vaak meer dure grondstoffen en energie in hun productiefase.
Advertentie – lees hieronder verder
Elektrische auto’s tot 25 procent duurder
Het is dan ook logisch dat elektrische auto’s in het bijzonder getroffen worden door het fenomeen van de hogere prijzen. Voor een potentiële koper is een elektrische auto voor minder dan 20.000 euro zelfs niet meer mogelijk. De Dacia Spring, die de ambitie had om de elektrische auto te democratiseren, is een duidelijk voorbeeld. Zijn basisprijs bedroeg 16.990 euro in december 2021, maar die is gestegen tot 20.990 euro. Dat is precies 23,5 procent meer.
Gemiddeld bedraagt de prijsverhoging van elektrische auto’s 11 procent, volgens de berekeningen van Sud Presse. De tarieven van de Hyundai Ioniq 5 stegen met meer dan 14 procent, die van de Kia e-Soul met 26 procent, die van de Tesla Model S met bijna 8 procent (terwijl dit model echt oud wordt) en die van de Volkswagen ID.3 met meer dan 18 procent.
Het probleem is dat niemand verwacht dat deze prijzen nog zullen dalen. De inflatie blijft wellicht duren in 2023, weliswaar iets minder sterk dan in 2022. Deze vertraging laat echter niet toe om een stap terug te zetten. Daar moeten we ons dus bij neerleggen. Net als bij huizen betekent wachten waarschijnlijk nog meer betalen, tenminste als er geen alternatieven gevonden worden voor de dure batterijen, die op zich al 40 procent van de totale kosten van een elektrische auto vertegenwoordigen.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be