Ferrari’s van begin van de jaren zestig waren zeer luidruchtig en oncomfortabel om mee te rijden. Enzo Ferrari was zich bewust van dit probleem en reageerde in 1963 met de lancering van de 330-serie, ter vervanging van de mythische 250. Comfortabeler dan het model dat hij verving, was deze Italiaanse klasbak verkrijgbaar in verschillende versies: als GT 2+2, als GTC en als GTS cabriolet.
Gecompromitteerd
De 330 GT 2+2 liet zich aandrijven door een V12-motor en was voornamelijk gericht op Amerikaanse klanten vanwege zijn hoge comfortgehalte. De GTC vormde dan weer een een mooi compromis door het chassis van de knappe 275 met de motor van de 330 GT 2+2 te combineren. Zijn 4-litermotor was goed voor 300 pk, wat veel was voor de tijd. Bovendien stond hij bol van technologie: hij was voorzien van schijfremmen, een onafhankelijke vering en een manuele vijfbak.
Zeldzaam
Van 1966 tot 1968 werden ongeveer 600 exemplaren van de 330 GTC gebouwd. Destijds werd hij beschouwd als een van de beste auto’s in zijn klasse en vandaag is het een waardevol verzamelobject. De huidige waarde van zo’n 330 GTC varieert tussen de 600.000 en 700.000 euro.
Advertentie – lees hieronder verder
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be