Vlak na de Tweede Wereldoorlog mocht de Amerikaanse belastingbetaler beginnen dokken voor de P-80, de allereerste operationele straaljager van het land. Exact tien jaar later begon de Space Race tegen de Russen, wat de gekte rond alles wat hoog en snel vloog alleen maar deed toenemen bij de bevolking. Die interesse was tal van autoconstructeurs niet ontgaan. Denk maar aan de tailfin van Cadillac, een stijlkenmerk dat in 1959 een hoogtepunt bereikte op de Eldorado. En dan was er Chrysler, het merk dat meer dan gewoon een stapje verder wilde gaan, maar die trede miste.
Chrysler ging aankloppen bij Ghia voor het koetswerk, waarna 50 prototypes werden gebouwd en aan (zorgvuldig geselecteerde) klanten toevertrouwd. Het concern wilde de Turbine dan ook in reële omstandigheden laten testen.
Op papier had deze “auto van de toekomst” een resem pluspunten. Zijn 130 pk en 576 Nm (!) sterke centrale bevatte minder onderdelen dan een conventionele verbrandingsmotor, vereiste minder onderhoud en lustte zowat elke brandstof die er beschikbaar was. Bovendien bleek deze Chrysler, die 45.000 tr/min (!!) aankon, verrassend betrouwbaar te zijn en niet eens heet achteraan, in tegenstelling tot wat de meeste mensen dachten en nog steeds denken.
De nadelen
Die wogen zwaarder door dan de voordelen, met op kop het verbruik dat bij meer dan één gebruiker rond 50l/100km schommelde. Het geluid dat hij produceerde – alsof je iets vacuüm trekt – viel evenmin in goede aarde.
Advertentie – lees hieronder verder
Dus…
Na ongeveer 2 miljoen testkilometers trok Chrysler de stekker uit het programma en liet het zelfs alle Turbines vernietigen, op 9 exemplaren na. Eentje daarvan staat op naam van Jay Leno, die er nog regelmatig een ritje mee maakt.
Een oldtimer kopen die veel minder verbruikt? Kijk op Autoclassic.be
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be