Over de Facel Vega is al veel inkt gevloeid. Vroeger, maar nu nog steeds steeds. Dat komt omdat dit Franse automodel enig in zijn soort was in de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw. Succesvol, maar niet voor lang. Een terugblik op de feiten.
De oorsprong
Facel werd in 1939 opgericht. De merknaam staat voor ‘Forge et Ateliers de Construction d’Eure-et-Loir‘. Tijdens de oorlog voorzag het bedrijf magazijnen van oorlogsmateriaal, onder meer voor de luchtvaart, dat sinds mensenheugenis al een link met de autosector heeft gehad.
Na de oorlog werd Jean Daninos directeur van Facel. Hij was een voormalig werknemer van Citroën die voor Bronzavian, het moederbedrijf van Facel, had gewerkt. De firma was betrokken bij de toelevering van carrosserieën, met name voor Bentley (Cresta), en zou met Daninos aan het roer de stap naar een eigen productiemodel zetten.
Advertentie – lees hieronder verder
De onafhankelijkheid
Rond 1952 startte Pierre Daninos met de ontwikkeling van een 2+2 coupé, aangedreven door een Amerikaanse V8. Waarom geen Franse motor? Omdat de Griekse Fransman vond dat geen enkele motor uit zijn geboorteland voldoende krachtig of verfijnd was.
De tests waren overtuigend genoeg en in 1954 werd de Vega officieel voorgesteld. Het was een echte klasbak: groot, luxueus, geraffineerd. Het model sloeg in als een bom en niet alleen vanwege het allure en het knappe design, maar ook vanwege de prestaties. De coupé haalde vlot 200 km/u, wat in de jaren ’50 opzienbarend was. Twee jaar later werd van de coupé een sedanversie afgeleid: de Vega Excellence.
Toptechnologie
Dat de Vega een echte premiumwagen was, kon je afleiden van zijntoptechnologie. De Chrysler-motor was één ding, maar de auto was bijvoorbeeld ook voorzien van vier schijfremmen.
De toenmalige jetset kon niet naast deze Franse schoonheid kijken. Het was nu eenmaal een pracht van een wagen die op verschillende punten scoorde. Desondanks waren de oplagen bijzonder beperkt en de marges eveneens.
Om meer Facels te kunnen verkopen, kwam Daninos op het idee om een kleinere, open sportwagen te produceren. Die Facellia werd echter niet zo succesvol als gehoopt, wat te maken had met zijn zwakke Franse motor en een gebrek aan betrouwbaarheid.
De tegenvallende verkoop van de Facellia bracht het bedrijf zware schade toe. In 1962 kwam er zelfs een liquidatie van, ondanks een aanzienlijke lening van de Franse regering.
De reddingspoging
Een jaar voordien, in 1961, had Facel geprobeerd om een faillissement te voorkomen. Dat deed het merk met de Vega II, uitgerust met beer van een 6,3 liter V8-motor, en vervolgens met de intrede van een Volvo-motor in de Facellia.
Er werden ook andere tussenmodellen werden gecreëerd, zoals de Facel 6, maar zij mochten niet baten: de verkoop kwam gewoonweg nooit echt van de grond en de fabrikant moest noodgedwongen de deuren sluiten.
Duizend auto’s per jaar
In totaal werden er 10.000 Facels gebouwd op iets meer dan 10 jaar tijd. Wie vandaag een Facel wil kopen op de oldtimermarkt, moet afhankelijk van het model en de staat tussen 40.000 en maar liefst 200.000 euro rekenen.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be