In Europa wordt de overstap naar elektrische auto’s nog steeds gehinderd door de hoge prijzen, die een stuk hoger liggen dan die van vergelijkbare benzineauto’s. En dat blijft een probleem, met name door de batterij, want die vormt het grootste deel van de kostprijs. De westerse autobouwers, die het afleggen tegen de Chinezen die de batterijtechnologie voor elektrische auto’s perfect onder de knie hebben, moeten op zoek naar manieren om hun achterstand in te halen. En dat betekent dat er fors op de kosten moet worden bespaard, ook op die van de batterijen.
Een van de nieuwe batterijchemieën die de prijs van batterijen kan drukken, is lithium-ijzerfosfaat (LFP). Deze batterijen hebben weliswaar een iets lagere energiedichtheid, maar dat nadeel wordt gecompenseerd door de lagere kostprijs. Stellantis koos recent al voor deze technologie voor zijn nieuwe ë-C3. Het is op dit moment een van de beste manieren om de verkoopprijs te drukken (23.300 euro voor de Citroën). Dit is dus een technologie met toekomstperspectief, vooral voor de consument. Jammer genoeg is LFP-technologie niet erg interessant voor recyclage.
Foto: Nature Magazine
Advertentie – lees hieronder verder
Ook Renault
Stellantis is natuurlijk niet de enige. Tesla heeft al LFP-batterijen en ook Renault stapt binnenkort over op deze technologie. Maar Renault voegt er in tegenstelling tot andere autobouwers die LFP-samenstellingen zonder kobalt gebruiken, een innovatie aan toe: de “cell-to-pack”-technologie. Hierbij worden de batterijmodules overbodig en worden de cellen rechtstreeks in de behuizing geïntegreerd (waardoor er meer cellen in een beperkte ruimte passen). Er worden ook pouch-cellen gebruikt in plaats van cilindrische of prismatische cellen. Resultaat: een grotere actieradius, en dat is niet alles.
Renault kondigt aan dat zijn dochteronderneming Ampere, die verantwoordelijk is voor elektrische auto’s, deze technologie al in 2026 op de markt zal brengen. Goed nieuws voor consumenten, want Renault belooft een prijsdaling van 20%. En ook goed nieuws wat betreft de timing, want 2026 is dichterbij dan we denken. Betekent dit concreet een prijsdaling van zo’n 3.000 euro voor een auto van het formaat van een Mégane E-Tech (met een batterij van 60 kWh)? De kans is klein dat we deze technologie zullen zien op modellen waarvan men een grotere actieradius verwacht. De lagere energiedichtheid zou immers de actieradius en veelzijdigheid te veel aantasten. Voor de R5 is het dus aannemelijk dat de 52 kWh-versie bij de NMC-technologie blijft en dat de 40 kWh-versie de LFP-chemie kan gebruiken. Dat lijkt logisch om de prijs in lijn te brengen met die van de Citroën ë-C3. De kans is groot dat de toekomstige Twingo ook gebruik zal maken van deze LFP-cellen.
De productie van de batterijen zal plaatsvinden in Polen en Hongarije. De vraag is nu of de ingenieurs van Ampere en hun toeleveranciers het grote probleem van pouch-cellen hebben opgelost. Deze kunnen weliswaar alle denkbare vormen aannemen, maar de behuizing is erg kwetsbaar en de cellen zijn niet te vervangen of te repareren. Omdat elke cel is gelast om ze in serie of parallel te schakelen, moet bij een ingreep de hele module worden vervangen.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be