In 1930 verliet Battista Farina het carrosseriebedrijf van zijn broer Giovanni om zijn eigen firma te beginnen. Hij koos voor Pinin Farina, dat hij uiteindelijk besloot aan elkaar te schrijven. Waarom Pinin? Omdat Pinin “klein” betekent en dat zijn bijnaam was. Battista was namelijk de tiende van elf kinderen van het gezin, en zou uiteindelijk uitgroeien tot een man van amper 1,52 meter.
Luxe eerst
Aanvankelijk had Pininfarina alleen oog voor de luxemerken Lancia en Alfa Romeo, maar ook voor racewagens. Zijn andere broer Giuseppe was immers racepiloot en werd zelfs wereldkampioen Formule 1 in 1950.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam Pininfarina helemaal van de grond en werden er hoge ogen gegooid met de Cisitalia 202 (1947), die “het moderne koetswerk” definieerde en die een designrevolutie ontketende. Niet voor niets was de Cisitalia 202 de allereerste auto die in het Museum Of Modern Art in New York werd tentoongesteld.
De 202 werkte als een katalysator voor Pininfarina en zelfs Enzo Ferrari begon interesse te tonen. In het midden van de jaren ’50 nam het bedrijf de Alfa Romeo Giulietta, ontworpen door Franco Scaglione van Bertone, onder handen om er een cabrio – de Spider – van te maken. Dat werd een belangrijk model voor Pininfarina, in die zin dat het voor een kantelmoment zorgde: de productie van Alfa Romeo werd overgenomen omdat het automerk de vraag naar de knappe roadster niet meer kon bijhouden.
Advertentie – lees hieronder verder
Glorieperiode
In de jaren die volgden, ging Pininfarina steeds meer samenwerkingen aan: met Peugeot voor de 403 (een collaboratie die tot 2005 heeft standgehouden dankzij de 406 coupé), met Lancia voor de Florida, met Austin voor de Cambridge en met Fiat voor de 1800.
En er kwam nog meer goed nieuws, want de opvolging voor Battista was al verzekerd. Zijn zoon, Sergio, bleek namelijk een genie te zijn. Intussen werden de jaren ’70 en ’80 een succes. Pininfarina tekende modellen zoals de Ferrari 275, de Fiat 124 Spider, de Alfa Romeo Duetto, de Peugeot 504, de Ferrari Daytona, de Citroën GS en CX, de Rover SD1 en de Lancia Gamma.
De ’90 lagen in dezelfde lijn, waarbij we dan spontaan denken aan de Fiat Coupé en aan de Peugeot 406 Coupé.
In het begin van de jaren 2000 werd Andrea, de zoon van Sergio, CEO van het bedrijf. Laatstgenoemde zorgde mee voor de komst van de Ford Focus CC en de Alfa Romeo’s Brera en Spider.
Jammer genoeg werden de laatstgenoemde modellen geen succes en ging Pininfarina er financieel op achteruit. En om het verhaal helemaal deprimerend te maken, kwam Andrea om het leven bij een scooterongeluk in 2008. De laatste Ferrari met de Pininfarina-signatuur werd uitgebracht in 2012 (de F12), het jaar waarin Sergio stierf.
De toekomst?
In 2015 werd Pininfarina opgekocht door het Indiase bedrijf Mahindra, dat voor nieuwe fondsen zorgde. Daarop werd de eerste elektrische hypercar van het merk ontwikkeld, die niet toevallig Battista heet.
Zelf op zoek naar een prachtige oldtimer? Je vindt ‘m gegarandeerd op www.autoclassic.be
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be