De Volkswagen Golf van de derde generatie, die in 1991 op de markt kwam, was verkrijgbaar in verschillende koetswerkvormen: als drie of vijfdeurs, als break of als cabrio. Klanten hadden de keuze uit een brede waaier van motoren, waaronder de 170 pk sterke VR6, die ook zijn weg naar de Corrado vond.
Het Duitse merk wilde indertijd graag terugkeren naar het wereldkampioenschap rally (WRC) maar miste een wapen om zich met de concurrentie te kunnen meten. De Golf GTI was immers niet krachtig genoeg en hetzelfde gold voor de VR6. Volkswagen wendde zich daarom tot zijn Motorsport-afdeling om de ultieme Golf te laten ontwikkelen. Om hem te kunnen laten homologeren, moesten er 2.500 exemplaren van worden gebouwd.
Vruchtbare samenwerking
De sportdivisie bleek een partner nodig te hebben om aan dit avontuur te kunnen beginnen. Men ging aankloppen bij niemand minder dan Schmidt Motorsport, een bedrijf dat eerder met Audi in zee was gegaan voor de bouw van een DTM-berline (Deutsche Tourenwagen Meisterschaft).
Onder de motorkap van de Golf A59 kwam een 1.998 cc turbomotor te liggen, goed voor een in die tijd bijzonder impressionante 275 pk en 370 Nm koppel (in de straatversie!). Het competitiebeest was nog een pak straffer en liet 400 pk op de wielen los.
Advertentie – lees hieronder verder
Bijna vanzelfsprekend tekende een vierwielaandrijvingssysteem present, voorzien van een centraal differentieel en een achterdifferentieel, allebei met beperkte slip.
Het mocht niet zijn…
Er werden amper twee A59’s gebouwd, alsook twee ‘naakte’ koetswerken. De kosten lagen te hoog om het project helemaal tot een goed einde te brengen, dus stierf deze krachtige Volkswagen een stille dood.
Wat ook meespeelde, was dat VW net Skoda had overgenomen, met als gevolg dat er een heel pak nieuw werk moest worden verzet. Dat liet jammer genoeg weinig tot geen ruimte over voor speciale projecten zoals de A59.
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be