TEST Mini John Cooper Works Cabrio: Het juiste com...

Eerst en vooral wat duiding over deze JCW-versie van de Mini Cabrio. Zoals je wellicht al wist, staat John Cooper Works synoniem voor veel vermogen en zowel remmen als een ophanging die geschikt zijn om rondjes te draaien op circuit. De vraag die wij beantwoord wilden zien, is of dit bakje de moeite waard is om dagelijks in te zetten én of iedereen hem even geslaagd zou vinden.

Een antwoord op die vragen ligt niet voor de hand. Logisch, aangezien het een zeer moeilijke opdracht is om een compromis te vinden tussen comfort, bruikbaarheid en natuurlijk sportiviteit, en al zeker omdat het een cabrio betreft, die in de regel minder praktisch en zwaarder is dan zijn equivalent met een vast dak.

Het interieur

Wie plaatsneemt in deze Mini, zou niet vermoeden dat hij wordt aangedreven door een 231 pk sterke 2-liter turbo. Dat komt omdat enkel kleine JCW-logo’s, zoals onderaan het stuur, aangeven dat het om een sportieve topversie gaat. “Racy” kan je de aankleding dus niet noemen, wel “chic”, wat helemaal voldoet aan de wensen van de doelgroep van deze zonneklopper. Dat hij meer pk ontwikkelt dan een gewone Mini, moet in zekere zin dus als een aangename extra worden beschouwd, wat de meeste klanten ook zullen doen. Zij moeten er echter sowieso – cabrio of niet – genoegen mee nemen dat de beenruimte beperkt is en dat reizen met vier personen ten zeerste af te raden valt.

Advertentie – lees hieronder verder

Dak en koffer

De softtop openen of sluiten gebeurt met een schakelaar boven je hoofd. Eén simpel tikje volstaat niet, want je moet 18 seconden lang druk blijven zetten tot de kap helemaal open of toe is. Een hele poos, maar gelukkig bestaat er zoiets als een tussenfase, waardoor je een open-dakeffect krijgt (de zonnedakfunctie). Hét grootste nadeel van de dakconstructie is echter niet de tijd die nodig is om de transformatie te vervolledigen, wel het feit dat er kofferruimte wordt afgesnoept. Met de kap dicht heb je 215 liter ter beschikking, met de kap open amper 160 liter. Dit maakt dat deze auto absoluut niet geschikt is voor uitgebreide supermarktbezoeken. Nog een nadeel van zijn cabrio-aspect: met de haren in de wind is het zicht naar achteren nagenoeg onbestaande…

Hoe rijdt hij?

Het hangt ervan af wie je bent. Mini’s zijn over het algemeen hard afgeveerd, maar deze JCW doet daar nog een schepje bovenop. Voor ondergetekende, die zelf enkele sportwagens op zijn naam heeft gehad, is dit een pluspunt aangezien het rijgedrag er sensationeler op wordt, maar mensen met rugklachten laten deze auto maar beter links liggen. Vergelijkingen met een metalen plaat gaan niet op, maar het scheelt redelijk weinig. Zoals gezegd, is het een schier onmogelijke opdracht om de juiste mix vinden teneinde iedereen te plezieren. Sommige klanten zullen hem te hardcore vinden, anderen niet genoeg… Om de pijn te verzachten, zijn er drie rij-instellingen om uit te kiezen.

Wat we hem wel moeten meegeven, is dat hij snel is (0 tot 100 km/u in 6,5 seconden en een top van 241 km/u) en dat hij, zoals elke Mini, prettig stuurt. De stuurinrichting is zwaarder dan die van pakweg een VW Golf en de directheid in het algemeen, gekoppeld aan een zeer grote voetsteun (een groot pluspunt in een sportwagen), wordt ten zeerste geapprecieerd. De viercilinder turbo gretig noemen, is geen overdrijving, maar agressief is ook niet het juiste woord. Het blok moet immers in toeren worden gejaagd om zijn innerlijke beest tot leven te wekken en de turbo zorgt voor een kleine vertraging bij het accelereren. Je zou kunnen zeggen dat deze auto twee gezichten heeft, want wie nooit plankgas geeft en beneden 4.000 toeren blijft, heeft niet eens door dat dit effectief één van de sportiefste Mini’s op de markt is. Beschaafd als het moet, nerveus als het mag, met goed doseerbare remmen die veiligheidsverhogend werken.

Prijs en conclusie

Wie bereid is om bovenop de vraagprijs van 34.650 euro voor een gesloten Mini JCW nog eens 4.500 euro te leggen, kan een nieuwe John Cooper Works cabrio in huis halen. Dat model is net als de hatchback sportief ingesteld, met dat verschil dat hij minder praktisch is voor alledaags gebruik: de prijs die je betaalt om de zon op je schedel te voelen. Snel en leuk zijn ze allebei, comfortabel iets minder, maar je krijgt een beer van een viercilinder en een lekker motorgeluid in de plaats.