TEST Alfa Romeo Giulia en Giulia QV: angst voor het onbekende!

Wat heeft dit lang geduurd! De Giulia werd aangekondigd, vervolgens werd hij één keer uitgesteld en dan werd hij zelfs een tweede keer uitgesteld… We hebben lang uitgekeken naar de nieuwe Giulia. En in mei 2016 mochten we hem eindelijk proefrijden. Top of flop? Het moment van de waarheid is aangebroken!

Gepubliceerd op 23 juni 2016
Leestijd : 8 min

Deel

Ik ben met gemengde gevoelens naar deze test vertrokken. Enerzijds was ik ongeduldig en langs de andere kant was er angst. Ongeduldig omdat de wagen zo vaak werd uitgesteld. Anderzijds was ik ook bang; want wat als… Als 19-jarige liep ik het Alfa-virus op na een ritje van amper 6 km aan het stuur van de Alfa van een vriend van me. Het was een oude 33 1.3 (boxer met carburator). In mijn latere loopbaan werd de besmetting gevoed met de 156, 147, GT, 166, SZ, de originele Giulia, met carburatoren, injecties, Twin Sparks, diesels, viercilinders en de V6 … Wat had die Alfa-V6 een lyrische klank! In een recenter verleden werd ik ongelooflijk teleurgesteld door de 159 waarin ik de Alfa-ziel nooit heb gevonden. De Giulietta wist de meubelen te redden maar ook hier is nog werk aan de winkel. Als Alfa-liefhebber stel je je voor de eerste rit met de Giulia terecht de vraag: “Wat als deze ook een gemiste kans blijkt? Is het roemrijke merk dan voorgoed verloren?”. 

Op hoop van zege

Aangekomen op de plaats van afspraak staan de Giulia’s keurig opgesteld maar ik durf er haast niet op af te stappen. Van ver zie ik wel dat de auto er in werkelijkheid beter uitziet dan op foto. En wie bij de eerste beelden – net als ik – spontaan dacht aan een Kia Optima, kunnen we geruststellen. Live zien de vormen er duidelijk beter uit.

Als ik de deur open en het interieur monster, zie ik dat er achterin een zee van ruimte is. Ik stap erg zenuwachtig in, ja ik tril zelfs een beetje. De kwaliteit van de materialen voor het dashboard oogt prima. De afwerking is vrij nauwkeurig (niet op Audi-niveau, maar toch) en het “gevoel” in de verschillende knopjes zit meteen juist en lijkt degelijk. We zien nog enkele minder fraaie plastics maar ze zijn aan het oog onttrokken. Kortom, de kwaliteitsindruk zit goed, de eerste horde is genomen. Maar de Alfa-ziel heb ik nog niet gevonden. Als we de seriematige en de optionele uitrusting bekijken, wordt duidelijk dat Alfa een duidelijk beeld heeft van wie haar klanten zijn. Je kan uiteraard een multimediasysteem met een groot scherm en GPS bestellen. Er is ook een achteruitrijcamera, DAB-radio, Bluetooth-aansluiting, USB, AUX en stembediening. Maar Alfa bedankt voor hyperconnectiviteit en specifieke apps. Kortom, Alfa is geen merk voor geeks, het minimum is er en dat moet volstaan.

Zelfde vaststelling voor de rijhulpsystemen. Er is een dodehoek- en een rijstrookassistent maar die laatste is niet actief en maakt geen stuurcorrecties. Verder zijn remassitent, voetgangerherkenning en noodremhulp voor de stad vanzelfsprekend geworden. Dat geldt ook voor een cruise control maar ook deze is niet actief en kan dus ook niet op de zenuwen van de bestuurder werken. In deze optiepolitiek zit een duidelijke boodschap: “Wanneer je met een Alfa rijdt, rij je Alfa. Je surft niet op het internet, speelt niet met de smartphone en je laat de auto niet rijden. Je rijdt zelf!” En omdat we onze angst voor het onbekende niet langer op de proef willen stellen, starten we de motor en gaan we op pad!

Advertentie – lees hieronder verder

Enkele tientallen meters later …

Mijn collega start met de 2.2 liter grote viercilinder dieselmotor met 180 pk. De spanning is te snijden maar we kunnen de slechts slapers onder u geruststellen want de meningen na de eerste testrit waren unaniem. Ik deel de wagen met een jongere collega die de “echte” Alfa’s van weleer niet kent en bij uitbreiding volledig objectief kan oordelen. Al na enkele tientallen meters – en dat mag je letterlijk nemen – is hij in staat om een oordeel te vellen. De auto tovert een lach op je gezicht en je hoort de bestuurder mompelen: “verdo… dit rijdt goed!”. Er viel meteen een pak van mijn schouders. Deze Giulia is een échte Alfa, een mooie Alfa en vooral een Alfa die leuk is om mee te rijden. Alle elementen zijn aanwezig: een korte slag van versnellingspook, een nauwkeurige maar nadrukkelijke geleiding, vederlichte pedalen en een uitstekende demping die het midden houdt tussen sportiviteit en comfort. Er is geen gestuurde demping, alles werk zuiver mechanisch. Ook de besturing doet deze Alfa alle eer aan. Ze is precies, reageert alert, is licht en blijft toch bijzonder communicatief. Dit is beter dan de beste herinneringen die ik aan Alfa’s koester. Wellicht heeft dat ook te maken met het feit dat de vooras niet langer wordt aangedreven. Deze Giulia is weer een achterwielaandrijver en dat was geleden van de 75! Inhalen, een rond punt, een bocht? Het wordt een feest aan het stuur van deze Alfa! Zelfs het weggedrag is een Alfa waardig. De voortrein bij zich vast in het asfalt en de achteras duwt je door de bocht. Je moet al een kluns zijn om deze Alfa te laten ondersturen. De achteras houdt van sport en spel.

Hij doet dat niet alleen wanneer je wat extra gas geeft bij het uitsturen. Hij luistert ook wanneer je het ESP uitzet bij het insturen. Als je de Alfa onder de juiste stuurhoek hebt, kan je hem met de rem “zetten”. Voor het onderstel gebruikte de constructeur heel veel aluminium en staal met hoge weerstand. We zijn de ingenieurs ook dankbaar dat ze alle Giulia’s een transmissietunnel van carbon hebben gegeven. Die was aanvankelijk enkel gepland voor de Quadrifoglio Verde. De Giulia is meteen ook de lichtste (1.370 kg) telg binnen zijn segment en dat voel je. Meer nog, deze Giulia is de nieuwe maatstaf voor de dynamische berline.

De 2.2 motor biedt uiteraard heel veel koppel maar hij heeft ook ongewoon veel doortrekvermogen voor een diesel. Hij laat zich wel nadrukkelijk horen en dat zullen sommigen maar matig appreciëren. Anderen zullen dit als karakter ervaren. Alle dieselversies (136, 150 of 180 pk met manuele zesbak of 8-trapsautomaat) worden al naargelang de gemonteerde velgen met 105 of 109 g CO2/km gehomologeerd. Alfa geeft aan dat er ook een ECO-variant met 99g volgt. Vervolgens testten we ook de tweeliter viercilinder op benzine die later op de markt zal komen. Jammer, want dit wordt DE motor voor de Giulia. Hij levert 200 pk en 330 Nm en hij werkt perfect samen met de ZF-achttrapsautomaat die we eerder bij Jaguar zagen. Hij doet beter dan gelijk welke gerobotiseerde transmissie met dubbele koppeling.  Er zijn ook maar weinig tweeliters met dit motortimbre. Maar voor een Alfa mocht hij zelfs nog iets expressiever zijn. Dat is ook erg waarschijnlijk want de ingenieurs leggen op dit moment de laatste hand aan de ontwikkeling van de 2.0. Laat ons hopen dat de klant nog op hun “to do”-lijstje staat. 

Quadrifoglio Verde

De Quadrifoglio Verde is de ultieme Giulia. De theorie kennen we al. Hij komt met een 2.9 liter grote bi-turbo V6 van 510 pk en 600 Nm die bij Ferrari op punt werd gesteld. Hij haalt 307 km/u en spurt in 3,9 seconden van 0 tot 100 km/u. Op Youtube konden we al horen hoe hij klinkt. Maar we hadden er nog geen meter mee gereden. Deze Giulia is ronduit perfect … tot in de kleinste onhebbelijkheden. Om te beginnen, verkiezen we de achttrapsautomaat (ook ZF) boven de manuele zesbak omdat de automaat ook in manuele modus snel schakelt en erg intuïtief reageert als je hem laat doen. De motor heeft karakter te koop en is helemaal niet de bruut die op een bepaald toerental agressief uit de hoek komt. Hij bouwt het vermogen progressief op zodat je een drift perfect kan controleren met het gaspedaal. Je moet wel de DNA-schakelaar op “Race” zetten om de rijhulpsystemen uit te schakelen. Deze snelle Giulia heeft een perfecte gewichtsverdeling zodat hij nog verfijnder reageert. De Dynamic-modus is al erg leuk omdat het ESP dan veel meer op de achtergrond blijft. Ook op deze Quadrifoglio blijft het onderstel helemaal mechanisch en daarom is het perfect in zijn imperfectie. Er is geen elektronica om onregelmatigheden in het wegdek uit te vlakken. En als je werkelijk gaat doorrijden, merk je meteen dat de demping moet werken om de lijn aan te houden. Soms voel je ook dat het koetswerk een beetje nerveus gaat torsen maar dat draagt bij tot de bijzonder sportieve sfeer in deze geweldige Alfa. Je betaalt hem 76.000 euro en dat is geen cent teveel!

Besluit

Deze Giulia is de beste auto die Alfa in decennia heeft gebouwd. Het is een auto die Alfa in zijn trots herstelt en die bij Alfisti in de smaak zal vallen. In die zin is het een waardige opvolger voor de 156 en hij zal bestuurders aantrekken die tot nu toe enkel oog hadden voor premiumproducten!

Alfa Romeo Giulia 2.2 diesel in enkele cijfers

Motor : 4 cilinders, turbodiesell, 2.143 cc; 180 pk bij 3.750 tr/min; 450 Nm bij 1.750 tr/min.

Aandrijving : achterwielen

Versnellingsbak : manueel, 6 versnellingen

L/l/h (mm) : 4.643/1.860/1.436

Leeggewicht (kg): 1.374

Koffervolume (l) : 480

Tankinhoud (l) : 52

0 – 100 km/u (sec.) : 7,2


Pluspunten

Alfa-sensaties terug van weggeweest

Verhouding prijs/plezier

Veel plaats achterin

Quadrifoglio Verde is demonisch!

Evenwichtig en puur mechanisch onderstel

Speels vanaf het basismodel

Minpunten

Kleine afwerkingsmissers

Infotainmentsysteem niet op punt

Gemiddelde koffer


Andere motorisaties

2.2d : 136 pk, 4,2 l/100km, 220 km/u, 31.990 € BTWI

2.2d : 150 pk, 4,2 l/100km, 220 km/u, 31.990 € BTWI

2.0 : 200 pk, gegevens voorlopig onvolledig

Quadrifoglio Verde : 510 pk, 8,5l/100km, 307 km/u, 76.000 € BTWI

Prijs 2.2d 180 pk : 35.605 € BTWI

Topsnelheid : 230 km/u

Gem. verbruik : 4,2 l/100km

CO2 : 105 g/km

Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be

Door Laurent Zilli Onafhankelijke schrijf- en redactieprofessional

Deel

Gocar marketplace
Bent u op zoek naar een nieuwe of tweedehands Alfa Romeo voertuig?
Hybride, elektrisch of thermisch? Nieuw of tweedehands? Specialist in het zoeken naar nieuwe en tweedehands voertuigen en al het autonieuws.

In dezelfde categorie

Autotests
TEST Leapmotor C10 (2024): niet om mee te lachen

Dankzij de joint venture met de Stellantis-groep verkoopt de Chinese fabrikant Leapmotor zijn auto’s nu ook in Europa. Naast de stadswagen T03 brengt het ook de SUV C10 mee, een model dat weleens een hit kan worden op de Europese markt.

11 oktober 2024 4 min Maxime Hérion
Gocar newsletters
Gocar is de referentie. Of het nu gaat om het laatste autonieuws of de hotste mobiliteitsonderwerpen!
Schrijf je in voor onze Gocar-nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws en leuke aanbiedingen!
Uw inschrijving werd goed geregistreerd.