TEST BMW M4: Vergiffenis geschonken

Een nieuwe M wordt door de BMW-fans steeds een beetje als de komst van de Messias aanzien. Dit keer werden zelfs twee “M’s” gelijktijdig gelanceerd: de M3 en de M4, die aantonen dat er soms maar een kleine troef nodig is om alle minpunten te laten vergeten.

8 / 10
Gepubliceerd op 23 mei 2021
Leestijd : 6 min

Deel

Ik ga niet rond de pot draaien: ik hoor niet bij die fans, totaal niet. Maar tegelijk wil ik benadrukken dat ik als echte autoliefhebber (ik zou me zelfs een kenner durven noemen) het grootste respect heb voor de geschiedenis van dit merk, die gekenmerkt wordt door enkele iconische wagens. Ik heb bijvoorbeeld een uitstekende herinnering aan mijn ervaring achter het stuur van een eenvoudige 2002 (zelfs geen turbo), de M5 V10 sloeg me met verstomming, ik hou van het rauwe en metaalachtige geluid van de oude 6-in-lijn krachtbronnen, de eerste 8 Reeks was een technologisch meesterwerk … En verder kan ik nog de Z4, Z1, 507 en 3.0 CSL noemen, om nog maar te zwijgen van HET referentiemodel van het merk, de M3 E30, waarmee ik jammer genoeg nooit heb gereden. Dus, ja, ik weet wat dit merk op vlak van sportwagens betekent. Alleen is het de laatste jaren wat minder. Ik ben het namelijk niet eens met de richting die BMW uitgaat, en ik ben niet de enige. Waarom deze voorbeschouwing? Om meer impact te geven aan wat volgt. En neen, dit is geen afrekening. Integendeel.

Unaniem

Er zijn een paar punten van kritiek, dat is duidelijk. Te beginnen met het… ontwerp. Aaaaah, een delicaat onderwerp over de nieuwe stilistische oriëntatie die BMW heeft gekozen. De “neuscorrectie” heeft blijkbaar evenveel voorstanders als tegenstanders. Dat beweert de constructeur in ieder geval om zijn keuze te verdedigen.

Mijn buren laten het meestal niet na om hun mening te geven over mijn testwagen van het moment. Raad eens hoeveel van hen me zegden “Oh, wat een prachtige auto”… Precies: nul. 100% negatieve reacties. Ook onder de 10-jarigen, die nochtans meestal niet moeilijk afkerig zijn van een auto met een sportievere look. Hierbij wel een kleine nuance: het gaat alleen over de voorpartij. Voor de rest is de M4 inderdaad een mooie auto. Strak, gespierd, atletisch. Kortom, een duidelijk statement. Hij mocht misschien iets minder lang en wat compacter zijn, maar dan gaan we inderdaad muggenziften. Zolang ik de voorkant niet zie, vind ik de M4 prima.

Verder hou ik ook van het interieur, met zijn “no nonsense” design, zijn ergonomie, zijn echte knoppen, het feit dat niet alles op het scherm verschijnt, de look van de digitale instrumenten. En ik hou eveneens van de standaard stoelen, die voldoende ondersteuning en comfort bieden, maar minder flashy zijn dan de carbon exemplaren. Kortom, de sfeer is sportief maar op een correct niveau, zonder dat de stijl verloren gaat. Net goed.

Advertentie – lees hieronder verder

Mijn enige puntje van kritiek zijn de menu’s. Meer precies de instelmogelijkheden, maar dit is niet specifiek voor BMW. Hetzelfde geldt voor een AMG of een Audi RS: te veel configuraties. Hoe wil je de ophanging? En de motor? En de remmen? En de besturing? Comfort, medium, sport, super sport, circuit? Een mix van alles en nog wat. Pffff… Basta! Weg-, sport- en circuitmodi die alles tegelijk aanpassen, volstaat dat niet? Er is slechts één uitzondering: het ESP. Dat houden we graag zo. De mogelijkheid om van de volledige functionaliteit naar de zuivere desactivering te gaan, via een niveau “we laten een beetje ruimte voor glijden alvorens tussenbeide te komen”, dat is echt goed. Vooral omdat het ESP in de tussenliggende modi op een heel natuurlijke manier ingrijpt als het vindt dat het noodzakelijk is, en niet op een brutale wijze. Knap zo.

De goede keuze

Als ik in de intro zeg dat BMW twee M’s tegelijk lanceert, is dat fout. In feite zijn het er vier, want de M3 en de M4 zijn verkrijgbaar in “klassieke” en “Competition” versies. Telkens is de motor een 3-liter zes-in-lijn met dubbele turbo en een 48V “milde hybride”. Hij ontwikkelt 480 paarden en 550 Nm in de klassieke versie en 510 pk en 650 Nm in de Competitie variant. En als je een “diehard” bent, kies je niet voor de Competition. Want alhoewel deze laatste een achtversnellingsbak met dubbele koppeling krijgt en optioneel zijn vermogen naar de vier wielen kan sturen, wordt de klassieke M4 enkel aangeboden met achterwielaandrijving en… een handgeschakelde zesversnellingsbak! Mooi, want een handgeschakelde sportwagen wordt een echte zeldzaamheid, die verder nog enkel bij Porsche en Aston Martin bestaat. Bij AMG, RS, Ferrari, Lambo, Maserati, Jaguar is dat verhaal over en uit!

Deze transmissie, jongens… Uiteraard is ze perfect gespreid om alles uit de motor te kunnen halen, maar dat is niet wat me het meest bijblijft. Ik herinner me vooral de vorm van de pook, zijn beweging en de weerstand, het gevoel van het inleggen van de verhoudingen … Zelfs de niet-fan zal zeggen: dat is typisch BMW, old school. Mijn god, wat een genoegen! Dus ja, als het gaat om het chrono’s neer te zetten op trackdays, zal de Competition met zijn dubbele koppeling beter geschikt zijn. Maar als je, net zoals ondergetekende, sportief rijden vooral ziet als een eenzame vorm van plezier, en niet als een manier om je met anderen te meten, neem dan zeker de goedkoopste M4!

Het geluid van de motor, zijn push (ruim voldoende met 480 pk) en een handgeschakelde versnellingsbak, dat is het juiste recept. Een bocht zou je in derde versnelling kunnen nemen, maar toch leg je de tweede in om de achtertrein wat meer te belasten… En hop, het kontje glijdt iets weg, maar het blijft makkelijk te controleren omdat de balans perfect is. Alleen daarom vergeven we de M4 alles.  Er zijn trouwens nog dingen te vergeven: het ontwerp, de overdaad aan instellingen, een stuurinrichting die wat feedback mist, de voortrein mag iets agressiever, echt “bijtende” remmen zouden welkom zijn… Kortom, dit is geen absolute perfectie, maar als je een graad van zuiverheid aanbiedt die anderen niet bereiken, creëer je daarmee begrip.

Er valt nog één ding sterk te betreuren: het prijskaartje van 86.300 euro, zonder de vele opties. Gelukkig is de puurste versie van de twee ook de goedkoopste. Wat niet altijd zo is, zoals bijvoorbeeld bij de 911.

Conclusie

Deze M4 is een pareltje! En dat komt van iemand die zelfs geen rasechte BMW-fan is: dat zegt genoeg!

BMW M4 2021: technische fiche

Motor: V6, turbo, benzine, mild-hybrid, 2.993cc; 480 pk bij 6.250 t/min ; 550 Nm bij 2.650-6.130 t/min

Aandrijving: naar de achterwielen

Versnellingsbak: manuele zesbak

L/B/H (mm): 4.794/1.887/1.393

Leeggewicht (kg): 1.775

Koffervolume (l): 440

Tank (l): 59

0-100 km/u (sec.): 4,2

Prijs: € 86.300 BTWi

Vermogen: 480 pk

Topsnelheid: 250 km/u (290 optie)

Gem.verbruik: 10,3 l/100km

CO2: 236 g/km

Voor
  • Manuele versnellingsbak!
  • Geweldige motor (sound, prestaties…)
  • Echt sportief speeltuig
  • Aangenaam in dagelijks gebruik
Cons
  • Controversieel design
  • Te veel instelmogelijkheden
  • Nog te veel gefilterd?
  • Stevige prijs

Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be

Door Laurent Zilli Onafhankelijke schrijf- en redactieprofessional

Deel

Gocar marketplace
Bent u op zoek naar een nieuwe of tweedehands BMW voertuig?
Hybride, elektrisch of thermisch? Nieuw of tweedehands? Specialist in het zoeken naar nieuwe en tweedehands voertuigen en al het autonieuws.

In dezelfde categorie

Autotests
TEST Leapmotor C10 (2024): niet om mee te lachen

Dankzij de joint venture met de Stellantis-groep verkoopt de Chinese fabrikant Leapmotor zijn auto’s nu ook in Europa. Naast de stadswagen T03 brengt het ook de SUV C10 mee, een model dat weleens een hit kan worden op de Europese markt.

11 oktober 2024 4 min Maxime Hérion
Gocar newsletters
Gocar is de referentie. Of het nu gaat om het laatste autonieuws of de hotste mobiliteitsonderwerpen!
Schrijf je in voor onze Gocar-nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws en leuke aanbiedingen!
Uw inschrijving werd goed geregistreerd.