Samen met zijn team heeft Pierre Leclercq, de Belg die verantwoordelijk is voor het design bij Citroën, een huzarenstukje verricht. Met dezelfde lengte als de oude C3 (4,01 m), heeft hij een volledig nieuwe auto gecreëerd met het uiterlijk van een SUV. Aan allures gen gebrek. De ë-C3 is zo’n tien centimeter hoger en biedt een aanzienlijke binnenruimte, een kofferruimte van 320 liter en een hogere rijpositie dan een stadswagen. De vierde generatie van de C3 innoveert niet alleen met zijn nieuwe vorm. Voor het eerst is er een volledig elektrische versie (ë-C3), die betaalbaar wordt dankzij de prijs vanaf 23.300 euro. Een prijs die interessant lijkt voor veel particulieren, die eerder afgeschrikt werden door de dure elektrische auto’s.

Lees ook : TEST Leapmotor C10 (2024): niet om mee te lachen

Beperkte keuze

Om zijn nieuwste model tegen een ‘spotprijs’ te kunnen aanbieden, moest Citroën enkele kostenbesparende keuzes maken. Zeker omdat de ë-C3 in Europa gebouwd wordt, in een Slowaakse fabriek van de Stellantis-groep. Ten eerste is hij slechts verkrijgbaar in twee uitrustingsniveaus: You en Max. Ten tweede staan er maar twee opties in de catalogus: een vooruitrusting voor het reservewiel (20 euro) en een driefasige boordlader met 11 kW (400 euro). De keuze aan buitenkleuren is ook beperkt, zoals vaak bij goedkope modellen.

Maar de ë-C3 onderscheidt zich van zijn grootste concurrent, de Dacia Spring, omdat hij er helemaal niet zo goedkoop uitziet, in alle opzichten. Voor 23.300 euro krijg je een vier- of vijfzitter met goede geluidsisolatie, zeer zachte zetels, ophanging met hydraulische stootkussens (een Citroën-specialiteit die ongezien is op een auto in dit segment) en comfort- en veiligheidsvoorzieningen die de indruk geven dat je in een veel chiquer model zit.

Advertentie – lees hieronder verder

Comfortabel interieur

De aanwezigheid van enkele harde kunststoffen verraden de kostenbesparende aanpak van Citroën en het doel om het totaalgewicht van de auto (1.442 kg) onder controle te houden. Maar hij voelt dus niet goedkoop aan. Het zeer moderne interieur is geslaagd en de stof die een deel van het dashboard bedekt, geeft het een zachte uitstraling. Het enige minpuntje aan het comfort van de Franse auto is de achterbank, die een zeer verticale rugleuning heeft, een keuze die noodzakelijk was om zo veel mogelijk kofferruimte vrij te maken. De Max-versie heeft een centraal scherm (10,25 duim) dat een compleet multimediasysteem (met achteruitrijcamera) en een vrij goed afleesbaar head-updisplay bedient. De ë-C3 heeft een klein stuurwiel dat, in tegenstelling tot de nieuwste Peugeots met i-Cockpit, niet te laag staat. Ook de ergonomie lijkt veel duidelijker dan bij de broertjes van Peugeot.

Eén motor, twee batterijen

De ë-C3 heeft een elektromotor met 113 pk die de voorwielen aandrijft en een batterij met 44 kWh die hem een rijbereik van 321 km geeft (WLTP). Citroën plant in 2025 ook een instapversie met een rijbereik van 200 km, met de aantrekkelijke prijs van 19.990 euro wordt verkocht. Om een bredere doelgroep aan te spreken, is de kleine Franse auto ook verkrijgbaar in een benzineversie met de controversiële 1.2 PureTech-motor in een 100 pk versie, voorzien van een distributieketting die een grotere betrouwbaarheid moet bieden dan de distributieriem van voorheen. Voor de volledigheid moeten we hier nog aan toevoegen dat ditzelfde motorblok binnenkort ook verkrijgbaar wordt in een hybrideversie, gecombineerd met een automatische zesversnellingsbak.

Correcte prestaties

De prestaties zijn niet overdonderend, maar volstaan zeker om het dagelijkse verkeer aan te kunnen. Dankzij zijn relatief beperkte gewicht en verstandige technische keuzes is hij zeer zuinig: 12,7 kWh/100 km tijdens onze testrit, zonder er speciaal op te letten. In vergelijking met andere Citroëns met een ophanging met hydraulische stootkussens is de ë-C3 steviger, maar toch comfortabel. Volgens Citroën is bewust voor deze configuratie gekozen om de auto een betere wegligging te geven en een breder publiek aan te spreken. In de stad betreuren we dat er maar één regeneratieniveau is, omdat het remmen op de motor zeer beperkt blijft wanneer je het gaspedaal lost.

Conclusie

Tot nu toe was de Dacia Spring de enige elektrische auto op de markt voor minder dan 25.000 euro. Maar de Citroën ë-C3 gooit een knuppel in het hoenderhok en levert meer comfort en betere prestaties voor een vergelijkbare prijs. De ë-C3 zit doordacht en goed in elkaar. Hij dreigt het de Spring erg moeilijk te maken, want die heeft een goedkoper imago.