De consument wordt er wellicht horendol van: hij wordt geconfronteerd met de ene prijsstijging na de andere, voor zowat alle producten, maar vooral die van energie die een ongezien hoog prijsniveau bereikt waardoor vele gezinnen in de problemen komen om hun rekeningen nog te kunnen betalen. En dan lees je in de media dat de prijzen van de olieproducten weer dalen, maar dat je daar aan de pomp wellicht weinig of niets van zal merken. Hoe kan dat?
Wel, dat is te verklaren door het intussen bekende ‘cliquetsysteem’ dat te grote prijsschommelingen van de brandstoffen (benzine en diesel) aan de pomp in toom moet houden door de accijnzen daarop aan te passen. Als de prijzen te sterk stijgen, kan de overheid de ‘negatieve cliquet’ in werking zetten, waardoor de accijns tijdelijk beperkt wordt en de prijzen aan de pomp weer lichtjes dalen. Dat gebeurde de voorbije maanden bij de sterk stijgende prijzen van olieproducten op de internationale markten.
Nu positieve cliquet
Nu zien we een omgekeerde situatie. De prijzen dalen weer op de internationale markten tot op een niveau dat de ‘positieve cliquet’ in werking treedt. Dat betekent dat de consument niet van de volledige prijsdaling zal kunnen genieten omdat de overheid opnieuw een accijnsverhoging doorvoert die deze prijsdaling grotendeels compenseert. Wat een teleurstelling …
Zo deelde de FOD Economie zopas mee dat vanaf woensdag 28 september 2022 de prijs van benzine 95 (E10) maximaal 1,731 euro per liter zal bedragen, wat een daling met slechts 1,3 eurocent betekent. Voor benzine 98 (E5) gaat het om een daling met 0,4 eurocent tot maximaal 1,956 euro per liter. Dit is dus een gevolg van een verhoging van het tarief van de bijzondere accijns op benzine van 10,75 euro per duizend liter, waarmee het totale accijnstarief dan 499,3305 euro per duizend liter zal bedragen. Ook stookolie wordt hierdoor weer iets minder duur.
Advertentie – lees hieronder verder
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be