De Belgische overheid treedt alsmaar strenger op tegen automobilisten. De jongste jaren is de uitrusting van de politie fors uitgebreid met vaste flitspalen, trajectcontroles, lidars en ANPR-camera’s. Ook bij justitie is er minder tolerantie, met strengere straffen en de oprichting van een vijftiende federaal parket voor boetes. We hebben nog geen cijfers voor 2023, maar in 2022 brachten verkeersboetes 550 miljoen op voor de Belgische staat. In tijden van crisis ongetwijfeld een ‘meevaller’.
Helaas krijgen veel automobilisten ook onterechte boetes. Niet omdat er toch geen sprake is van overdreven snelheid of een andere overtreding, maar omdat er een procedurefout zit in de boete. Het is dus de moeite waard om het document goed te bekijken en enkele details te achterhalen die kunnen helpen om de boete ongedaan te maken, zo verklaart verkeersadvocaat Bruno Gysels aan SudInfo.
Een boete aanvechten is echter niet eenvoudig, want je moet over stevige juridische argumenten beschikken… en uiteraard goed op de hoogte zijn. Het is belangrijk dat de regels gerespecteerd worden. Het is niet de bedoeling om de wet te omzeilen, maar om ervoor te zorgen dat die eerlijk toegepast wordt op alle partijen.
1. Termijn van 14 dagen
Deze ‘klassieker’ kwam al meermaals aan bod op Gocar.be: een kopie van het proces-verbaal in kwestie moet binnen de veertien dagen na de datum van de overtreding naar de overtreder gestuurd worden. En niet alleen werkdagen zijn van tel. Alle dagen tellen mee: zaterdagen, zondagen en feestdagen. De datum van de poststempel is doorslaggevend, dus bewaar de envelop goed. De datum staat ook vermeld op de boete. Soms gebeuren er ‘vergissingen’ en komt de datum niet noodzakelijk overeen met de werkelijkheid, waarschuwt Bruno Gysels. Er kan twijfel ontstaan als de boete ongeveer tien dagen na de overtreding aankomt. De post is soms traag, maar niet zo traag. Na deze periode van veertien dagen kan de boete geannuleerd worden, omdat de eigenaar niet meer geacht wordt te weten wie er achter het stuur zat.
Advertentie – lees hieronder verder
2. Plaats van de overtreding
Natuurlijk moet het pv de aard en de plaats van de overtreding vermelden. Dit is echter niet altijd het geval en soms ontbreekt de plaats of is die onnauwkeurig. Daarom moet de exacte locatie aangegeven worden, samen met het straatnummer, de verkeersrichting enzovoort. Dit maakt het mogelijk om de juistheid van de overtreding te controleren, aangezien snelheden vaak veranderen op Belgische wegen.
3. Zijn politieagenten niet betrokken?
De politieagent die een overtreding vaststelt, mag niet betrokken zijn bij de feiten. Is dit wel het geval, dan is het pv waardeloos, geeft Bruno Gysels aan. Als je bijvoorbeeld geen voorrang geeft aan een politiewagen, dan kunnen deze politieagenten geen bekeuring uitschrijven omdat ze er zelf bij betrokken zijn.
4. Let op verkeersborden
Het kan ook nuttig zijn om terug te gaan naar de locatie en de verkeersborden te controleren. Als je bijvoorbeeld geflitst wordt in een zone 30 binnen de bebouwde kom, dan moet deze zone duidelijk aangegeven worden door een bord aan de rechterkant van de weg. Als het links staat, is het bord ongeldig en dus ook de boete. Zulke situaties komen vooral voor op werven, waar de snelheid verlaagd wordt van 90 naar 70 en vervolgens soms naar 50 km/u.
5. Vraag een foto
Vragen om een foto of video van de overtreding kan nuttig zijn. Soms is er sprake van fouten of ‘overijverige’ controles. Denk maar aan parkeerboetes of scancars die geen onderscheid kunnen maken tussen stoppen en parkeren. Je kunt bijvoorbeeld even aan de school op je kind staan wachten en toch een boete krijgen, wat natuurlijk niet eerlijk is. Hetzelfde geldt voor door het rood licht rijden. Het loont dus zeker de moeite om dit te controleren…
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be