Om eerlijk te zijn, was ik niet zo’n fan van de vorige Triumph Thruxton. Hij zag er wel fraai uit, maar de zithouding met de lage stuurhelften was rete-oncomfortabel terwijl de paralleltwin uit de Bonneville amper voldoende animo en pit ten toon spreidde om die overbelaste polsen enigszins te ontlasten. En dan heb ik het nog niet gehad over de vering en remmen. Kortom, de oude Thruxton zag er retro-sportief uit, maar was het niet. Met de nieuwe lijkt daar verandering in te komen…
Eye CandyHoewel de nieuwe Triumph Thruxton er nog steeds retro uit ziet, merk je meteen dat Triumph hier geen half werk heeft verricht. Een enkele blik op de R-versie en wie iets van motoren kent heeft onmiddellijk door dat dit geen flauwe kattenpis betreft. Tenminste al niet wat het rijwielgedeelte betreft: goudkleurige, volledig regelbare Showa Big Piston USD, Öhlins achterschokdempers, radiaal gemonteerde Brembo monobloc vierzuigerklauwen en een radiale rempomp, Pirelli Diablo Rosso Corsa rubbers. Kwijldoekje, iemand? “Allemaal dure opties,” hoor ik u al zeggen? Nope, het zit standaard op de R die 2.000 euro meer kost dan de basisversie. Daar waar de R helemaal vooraan stond wanneer de rijwieltechnische componenten werden uitgedeeld, lijkt het alsof de basisversie zich ruim had overslapen en het noodgedwongen moet stellen met wat er nog overbleef: heel basic vering en een verouderde reminstallatie met een axiaal pompje en simpele tweezuigertangen. De gewone Thruxton mikt duidelijk op de rustig rondtuffende opa, terwijl er met de R wordt gedongen naar de gunsten van sportieve stuurjongens. Zij die verleid kunnen worden door een klassiek lijnenspel maar alleen als het ding ook nog de bocht om wil en stevig aan de ketting trekt.
Nieuw hart, dapper hartVreemd genoeg hebben beide motoren exact dezelfde motorspecificaties. Beide krijgen ze de 1200cc motor zoals hij ook in de Bonneville T120 zit, maar dan opgekieteld van 80 naar 97 pk. Het koppel stijgt daarbij van 105 naar 112 Nm, met dank aan een lichtere krukas en een andere luchtfilterkast. Vergelijk je de nieuwe Thruxton echter met de oude 900, dan is het verschil nog groter, want die kwam niet eens aan 70 pk. Naast deze forse prestatiestijging werd er vooral gewerkt aan de optische presentatie van de paralleltwin en dat zie je. De radiator zit discreet zwartgelakt tussen de voorbochten van de uitlaat in, het hele koelcircuit loopt in het blok en langs de buitenzijde ziet het er gewoon ultrastrak en netjes uit. Diepe koelribben, fraaie deksels en nergens een slordig draadje of kabeltje.
Netjes afgewerkte motoressentie met andere woorden en zo ziet de Thruxton er ook in zijn geheel uit: basic, elegant, mooi en vrij van alles wat overtollig is. Onderhuids echter, blijkt de Thruxton stiekem up to date met ride-by-wire, drie rijmodi, tractiecontrole, uitschakelbaar abs en een nieuw slip assist koppelingssysteem waardoor de koppeling van de zesbak amper kracht van je linker hand vraagt. Ook mooi is dat de klassieke tellerpartij vrij is van knopjes aangezien het aansturen vanop het stuur gebeurt, terwijl de LED-verlichting achteraan en de koplamp met herkenbare daytime running lights wat mij betreft de kersen op de taart zijn.
160 tinten grijsOp papier klinkt het allemaal geweldig, maar hoe zit het in de praktijk? Ga je ‘m vergelijken met de vorige Thruxton, dan kan je meteen een zak lyrische bijwoorden leegschudden. Er zit pit in, hij heeft veel koppel onderin, trekt lekker door. Hij heeft duidelijk meer karakter, voelt voller en volwassener aan en laat zijn voorganger in elke acceleratie zonder twijfel ter plekke achter. Dat gezegd zijnde, was die voorganger ook wel erg plat en sloom. Vergelijk je het blok met andere, moderne motoren, dan kan je de prestaties vergelijken met die van een middenklasser: aangenaam en voldoende voor sportief plezier op straat, maar zonder overweldigend te zijn. Op motorisch gebied is hij vooral lekker vol en gemakkelijk in de omgang. De koppeling is echt licht te bedienen, de zesbak schakelt kort en zacht terwijl het blok wat ‘good vibes’ produceert zonder overmatig te trillen.
Hij heeft niet de nukken van een echte klassieker en laat zich veel nonchalanter berijden wat de dagelijkse inzetbaarheid alleen maar ten goede komt. Toch is het evenmin een karakterloze motor, want de twin klinkt lekker en hij laat zich ook met plezier in de toeren jagen wanneer je daar zin in hebt. Yep, je kan ze zelfs verleiden tot lekkere wheelies die je inzet in tweede, daar waar je op de vorige Thruxton een hijskraan nodig had om het voorwiel in de lucht te krijgen. Daarnaast is de zithouding ook verrassend ergonomisch verantwoord en zelfs de op de stuuruiteinden gemonteerde spiegels blijken efficiënt. Enige minpuntje is dat het blok aan de rechterzijde heel veel warmte produceert waardoor je zelfs op de snelweg af en toe je rechter been van de tank weghaalt om het te laten afkoelen in de rijwind.