Moto

Alles vergeten wat je weet over motorrijden is de absolute regel nummer één voor iedereen die van plan is om met een Can-Am Spyder te gaan rijden. De PR’s van het merk geven zelf toe dat deze driewieler gericht is op ‘non-hardcore motorrijders’, wat meteen ook de reden is dat uitgerekend ik, Miss CEO, op pad mocht naar Portugal en niet de gebruikelijke MaxxTestpiloten. En of het meeviel? Absoluut. Na nog wat éxtra goede raad, bezorgde blikken en wees voorzichtigjes laat ik onze CEO-guy achter me. Voor één keer ben ik degene die de motorbroek aantrekt en op pad gaat. Toegegeven, ik ben een beetje nerveus, al hoef ik me geen zorgen te maken dat ik de motor zou laten omvallen – iets wat ik in het verleden wel al een paar keer heb voorgehad met m’n korte beentjes, beschamend, I know. Ach ja, het zal wel loslopen, hoog tijd dus om dat vliegtuig naar Portugal te zoeken. Geen schrik van SpydersVanuit Faro worden we naar ons hotel in Lagos gevoerd. Wanneer we bij het plateau aan de ingang van ons hotel aankomen,  staan er al enkele Can-Am Spyders te blinken in de middagzon. Wat een grote machines! Ze zien er allemaal verschillend uit, zowel qua opties, kleuren en het leder van de zadels. De vele stuurknopjes en een groot dashbord is het eerste wat me opvalt. Ik kan niet wachten om te gaan rijden en eens op al die knopjes te drukken! Dat het doelpubliek van de Spyder zich niet perse concentreert op motorrijders wordt snel duidelijk wanneer ik kennismaak met enkele auto- en lifestyle journalisten uit binnen- en buitenland. Na de lunch worden we aan de parking verwacht voor een technische briefing en uitleg over hoe je de machine, sorry, unit bedient. De Spyder is géén moto! Hij heeft een semi- automatische versnellingsbak die een koppelingshendel overbodig maakt. In de plaats daarvan krijg je aan je linkerhand een kleine flipper die je met je duim bespeeld om op te schakelen. Terugschakelen doet de unit in principe vanzelf al kan je dit ook manueel met het flippertje voor je linker wijsvinger. Een ander ontbrekend onderdeel is een remhendel. Remmen doe je met je rechtervoet en automatisch op de drie wielen. Tot slot is de Spyder te groot en te zwaar om zelf achteruit te duwen en dus beschikt hij over een achteruit versnelling.

23 oktober 2017 8 min

Scramblers zie je zelden in alledaags woon-werk verkeer maar je komt ze des te meer op de coolste plaatsen tegen. Een nieuw modeverschijnsel zijn ze echter niet. Het aanpassen van gewone straatfietsen voor gebruik op onverhard terrein vond zijn oorsprong ergens halfweg de vorige eeuw. Het principe is simpel. Sloop alles wat niet nodig is om te rijden, monteer een paar vette noppenbanden, plaats een breed cross-stuur, et voilà: een scrambler! In tegenstelling tot wat we vandaag in de hipster-scène zien, ontstonden deze creaties niet in één of ander schuurtje. Het oorspronkelijke idee kwam van de fabrikanten zelf. Lichte straatmotoren werden verbouwd om te kunnen deelnemen aan de eerste off-road wedstrijden. De naam scrambler zou afkomstig zijn van de Engelse “scrambles”, dit waren betrouwbaarheidsritten op onverhard, voorlopers van de latere enduro-wedstrijden. Met de komst van de echte enduro’s stierf de scrambler een stille dood. Tot een aantal slimme marketeers (eerst bij een motorbouwer uit Hinckley, vervolgens in Bologna…), in navolging van de café-racer explosie, de term “Scrambler” nieuw leven in bliezen. Stof tot nadenken!Hoewel de huidige scrambler-scene wordt gedomineerd door de grote Europese motormerken, blijkt uit de perspresentatie dat Yamaha ooit mee aan de wieg heeft gestaan van dit vandaag zo populaire fenomeen. Hoog tijd dus voor de Japanners om ook iets uit hun mouw te schudden. In tegenstelling tot de eerste scramblers, die vooral lichte motoren hadden tot pakweg 500cc, koos Yamaha bewust voor een 942cc. De R&D-afdeling haalde hiervoor hun spreekwoordelijke mosterd bij de eigen ‘Yard-Built’-projecten. Ze leerden dat custombouwers steeds vaker de slijpschijf in de XV950R Bobber zetten om er een coole flat-tracker of scrambler van te maken. Vooral zijn minimalisme bleek de sleutel tot succes te zijn. Het makkelijk handelbare V-twin blok met zijn breed uitgesmeerd koppel en totaal gebrek aan elektronische hulpmiddelen, bood de perfecte basis om op verder te bouwen. Deze SCR950 past dan ook perfect in ‘Faster Sons’-filosofie, al heeft hij wat mij betreft niet hetzelfde exotische charisma als de eerder geteste Yard Built special, namelijk de XSR900 Abarth.

23 oktober 2017 6 min

Als de enige overlevende erfgenaam van de originele gebroeders Davidson (en oprichter van de G-unit, nvdr.) me vraagt om eventjes marginaal hard met de nieuwe Harley-Davidson Street Rod te komen rijden in Zuid-Spanje, wie ben ik dan om nee te zeggen? Uiteraard is het verhaaltje uit de inleiding compleet uit m’n duim gezogen, al durf ik het géén toeval noemen dat H-D enkele maanden na ons  MaxxBikerz circuituitstapje met de Low Rider S en Roadster opeens afkomt met de redelijk sportieve Street Rod. Performance, Performance, Performance… daar draait het allemaal om tijdens de persconferentie en ik geef grif toe dat ik daar goedgezind van word. Want hoe sympathiek de Street 750 drie jaar geleden ook overkwam, écht goed was hij niet. MarshmellowsOK, de looks waren typisch Harley en het watergekoelde motorblokje deed wat het moest doen. Maar de remmen waren niet bepaald om over naar huis te schrijven, het frame mocht een stuk strakker en de vering was nogal… – eventjes mijn woorden wikken en wegen – marshmellow-achtig. Voornamelijk Amerikaanse en Indiase opstappers konden zich daar weinig van aantrekken, want de Street 750 werd een verkoopsucces. Reden genoeg voor de H-D Motor Co. om een vervolg aan dit liedje te breien in de vorm van de Street Rod. De cilinderinhoud en enkele stijlkenmerken bleven behouden, al moet het gezegd dat deze tweewieler iets compleet anders is dan de eerste Street. Tot frustratie van de H-D puristen gaat het nog altijd om een watergekoeld blok en de productie voor de niet-Amerikaanse markt vindt plaats in India. Maar met 18 procent meer vermogen (68pk), 10 procent meer koppel, meer grondspeling en strakke veren zou de Street Rod in theorie een Sportster-concurrent worden. Hoog tijd om het te onderzoeken aan de hand van een testrit in de buurt van Marbella en Ronda. Mini XR1200Vooraleer ik op de motor stap, neem ik de tijd voor een korte inspectie. Want ik moet toegeven: in het echt ziet hij er nog beter uit dan op de foto. Zeker in het Olive Gold doet hij me denken aan een soort van mini XR1200, een motor waarvan ik nog altijd niet begrijp waarom Harley ooit de productie stopte. De lijnen zijn sportief, het V-twin blok ziet er erg strak uit in het matzwart en de rode achterveren steken lekker af tegen de dikke schijven en mooie zevenspaaks velgen. Nee, je hoeft heus geen Harley liefhebber te zijn om de looks van dit ding te appreciëren, en in dat opzicht hebben de designers hun job uitstekend gedaan.

19 oktober 2017 6 min

Als BMW een nieuw model maakt op basis van de 160pk/175Nm zescilinder die we kennen uit de K1600GT, dan sta ik paraat voor een testrit die ons via de Ardennen en Luxemburg naar Duitsland en terug brengt… Nu moet het wel gezegd dat ik niet meteen warmloop voor ‘Baggers’. Deze Amerikaanse cruiserstijl komt voort vanop Harleys en Indians waarbij de rijders pronkten met lage zijtassen, waarvan de naam werd afgeleid (sidebags – ‘bagger’) . Anno 2017 worden die zijtassen vervangen door laag aflopende, permanent gemonteerde zijkoffers die me spontaan doen denken aan Sir Mix-a-lot. Een stevige derrière is hét stijlkenmerk van de K1600B, en hoewel die serieuze rondingen achteraan me op foto niet echt konden bekoren, valt het in realiteit best mee. Over de looks zou ik nog een tijd kunnen doorgaan, maar je weet wat ze zeggen over smaken en kleuren. De achterzijde is trouwens wel verlaagd en de vaste zijkoffers met daaronder ‘slash cut pipes’ doen denken aan een bagger, maar de rest is quasi onveranderd. In vooraanzicht geeft enkel het lagere windschermpje weg dat dit een K1600B is en dus klasseer ik deze Beemer eerder bij Honda’s Goldwing Bagger. Ook die motor is eigenlijk niet meer dan een toermotor die we reeds kennen, met een wat lagere achterkant, een kleiner windschermpje en bagger-zijkoffers. Pas wanneer ik opstap, merk ik dat ook het zadel veranderd werd om beter aan te sluiten bij de designlijnen van de motorfiets. Bovendien werd het ook een stukje harder gepolsterd, waardoor het aan het einde van de rit toch een tikkeltje minder comfortabel rijden was dan op bv. de K1600GT of GTL.  Verder is er nog het stuur uit zwart buizenstaal, al kan je optioneel ook een stuur krijgen dat trekt op dat van de K1600GT en dat ook iets dichter bij de rijder komt – wat ik met m’n korte armpjes wel kan appreciëren. De overige 93% van de motor zijn nog hetzelfde als op de gewone K16 en dus focus ik nog even op de achterzijde. In het ‘Blackstorm Metallic’ kleurtje komt de baggerlijn mooi tot zijn recht en de twee aflopende zijkoffers verstoppen daaronder de dikke chroom uitlaatpijpen. Wat betreft de vering, noteer ik dat ze niet erg veel korter werd (-1cm achteraan t.o.v. de GT), al is de motor dankzij een aangepast subframe en zadel wel 7cm lager in zithoogte. Goed nieuws dus voor mensen met korte benen, maar ook voor de grondspeling die nog steeds gigantische hellingshoeken toelaat in vergelijking met eender welke andere bagger.

29 september 2017 7 min
Gocar marketplace
47.731 nieuwe en tweedehands voertuigen bij jou in de buurt!
Hybride, elektrisch of thermisch? Nieuw of tweedehands? Specialist in het zoeken naar nieuwe en tweedehands voertuigen en al het autonieuws.