KTM presenteerde in Turijn niet alleen de Duke 125 maar ook de aan pk's verslaafde tweelingbroer Duke 390. Op enkele details na dezelfde motor, maar dan met drie keer zoveel vermogen. Dit duo op dezelfde dag presenteren was een slimme zet voor de krachtigste Duke die toegankelijk is met A2-rijbewijs…
Met de 125 mocht ik enkel wat brakken in de stad, maar voor de 390 staat er een fikse bergetappe op het programma. Wisselen doen we op het dak van Lingoto, testbaan van Fiat. Om de fotoselectie van beide Dukes te vergemakkelijken ruil ik de oranje 125 om voor de witte 390, al is de kleur van de wielen een weggevertje om ze uit elkaar te halen. Op de 125 zijn die zwart, de 390 zag ze ondergedompeld in de oranje verf. Hij oogt er meteen sportiever en agressiever door, maar op de stickers en een iets grotere remschijf na zijn ze volledig identiek qua rijwielgedeelte en kuipwerk. Enige merkbare verschil in het zadel is dat je rem- en koppelingshendel op de 390 kan afstellen naar de lengte van je vingers, op de 125 is die keuze er niet.
HetzelfdeIk zou zweren dat ik op dezelfde motor zit als vanochtend. Zelfde brede stuur, zelfde fancy TFT kleurendashboard, zelfde knopjes (mét verlichting), zelfde OK spiegels. Rouwig ben ik daar niet om, want de nieuwe Duke’s scoren punten met hun uitgekiende ergonomie. Smal, licht in de hand en wendbaar, wat je kan verwachten van een motor van bescheiden kaliber, maar met mijn 1,86 meter ben ik vooral blij met de ruimte die je op dit kleintje krijgt. Het zadel is ruim, de knieën worden niet op de proef gesteld en de benen hebben plaats zat. Wanneer je ‘m ziet staan zou je denken dat je aan boord het gevoel gaat hebben dat er een voorvork uit je neus komt en dat het achterwiel pal onder je bips staat, maar dat is dus allerminst het geval. Speelruimte bij de vleet dus.
En spelen wil hij wel! Wanneer je net een paar uur het gas als een natte zeemvel hebt uitgewrongen op de 125, voelen de 44 paardjes plots aan als wild steigerende volbloeden. Niet dat de pure versnelling zo wereldschokkend is, maar KTM heeft deze 390 wel zodanig ontwikkeld dat de kracht van de eencilinder in dit pakket voor sensaties zorgt. Licht, weinig afstand tussen de wielen en een heel korte eindoverbrenging brengen pit in het pakket. Een Japanse fabrikant zou ongetwijfeld opteren voor een langere tandwielverhouding met het oog op meer rust en lagere toerentallen op de snelweg, maar dat doet de oranje armada dus bewust niet.
Kleine nadelen, grote voordelenHet nadeel van de korte eindoverbrenging is dat de eenpitter flink hoog in de toeren draait op de snelweg. De gids doet zijn best door dit te maskeren door aan 110 km/u te cruisen, maar wanneer ik me laat afzakken om te hernemen tot meer realistische snelwegsnelheden merk ik dat nadrukkelijke trillingen in voetsteunen en stuur mijn deel zijn. Niet onoverkomelijk, maar voldoende om lange etappes vermoeiender te maken dan op een zoeter draaiende multicilinder. Daarmee hebben we het enige echte minpunt van de 390 Duke meteen gehad: het is geen kilometervreter. Stoppen dus met hersenloos vegeteren, de volgende afslag nemen en ontdekken dat de wereld een grote speeltuin blijkt.
Hier geniet je meteen van de voordelen van de korte eindoverbrenging, gekoppeld aan een accuraat en licht zesbakje. In boter lijken de tandwielparen niet te draaien, maar de bak is duidelijk en trefzeker. En dat is maar goed ook, want zelfs secundair gebruik je ze veelvuldig alle zes. Helemaal onder heeft hij niet de souplesse van de 125 en durft hij lichtjes bokken, maar eens voorbij streepje vijf reageert hij zonder morren op de commando’s van je rechter pols. Hij vertaalt die trouwens perfect, zelfs al is er geen fysieke kabelverbinding meer tussen je hand en de injectie.