Er blijft inkt vloeien over de hervorming van de autofiscaliteit in Wallonië. Er gaan veel stemmen op om het slecht uitgewerkte project aan de kaak te stellen. De overheid wil een systeem invoeren dat budgetneutraal is (en dus niet meer opbrengt dan vroeger) en dat tegelijk de aanschaf van lichtere, kleinere en minder vervuilende auto’s stimuleert.
Volgens de autoriteiten zal bij 75 procent van de nieuw ingeschreven auto’s de verkeers- en inschrijvingsbelasting dalen. De verhogingen zouden dus maar betrekking hebben op 25 procent van de nieuwe auto’s en zouden erg hoog kunnen zijn. Er kwamen echter al veel tegenstrijdigheden aan het licht, want door het gewichtscriterium in de rekenformule worden sommige elektrische voertuigen aanzienlijk duurder dan andere op diesel. Daar klopt iets niet.
Rolls-Royce minder duur
Oppositiepartij Les Engagés had al een standpunt ingenomen over het onderwerp. Dat doet nu ook de PTB (PVDA) in de krant La Meuse. De raadgevers van de partij hebben allerlei berekeningen gemaakt na het ontleden van het hervormingsproject. En ze vonden op zijn zachtst gezegd verrassende tegenstrijdigheden, wetende dat zwaardere, krachtigere en dus ook duurdere voertuigen in theorie meer zouden moeten betalen.
Afgaande op de nieuwe berekeningen, zou de eigenaar van een Rolls-Royce Phantom (met een aankoopprijs van ongeveer 460.000 euro) zijn belasting vanaf het vijfde jaar na de aankoop zien dalen, terwijl de huisvader die voor een Renault Scénic koos vanaf het eerste jaar zijn belasting ziet toenemen. Concreet betaalt de eigenaar van een Rolls-Royce Phantom vandaag 4.957 euro belasting op inverkeerstelling (BIV) en 3.928,85 euro jaarlijkse verkeersbelasting. In het nieuwe systeem zou hij 9.000 euro BIV betalen, wat logisch lijkt. Maar de jaarlijkse verkeersbelasting zou geplafonneerd worden op 3.000 euro. Reken maar uit: dat betekent dat deze eigenaar vanaf het vijfde jaar wint en uiteindelijk minder betaalt dan in het oude systeem.
Advertentie – lees hieronder verder
De huisvader die daarentegen met een Renault Scénic van minder dan 30.000 euro rijdt, ziet zijn belasting op inverkeerstelling toenemen met 46,63 euro (gezinswagens krijgen een eenmalige korting van 100 euro, anders zou het 146,63 euro zijn) en zijn jaarlijkse verkeersbelasting met 98,42 euro. Dat is niet logisch, want het belang van een auto is natuurlijk niet voor iedere automobilist hetzelfde. Net als de ecologische voetafdruk trouwens.
Ook andere luxemerken
Volgens de PTB profiteren ook andere luxemerken van dit fiscale ‘voordeel’. Dat zou het geval zijn bij bepaalde modellen van Bentley, Ferrari of Mercedes. Natuurlijk vertegenwoordigen deze luxewagens geen meerderheid in het Waalse wagenpark. Maar dit roept toch vragen op. Zeker als je kijkt naar eerder aangehaalde voorbeelden die de hervorming illustreren, waarbij acht van de negen elektrische auto’s hun BIV en verkeersbelasting zien stijgen, soms zeer sterk.
De PTB vindt dat niet de burgers maar de constructeurs geviseerd moeten worden, aangezien zij verantwoordelijk zouden zijn voor deze situatie. Ook niet bepaald een correct standpunt. Constructeurs geven inderdaad momenteel de voorkeur aan de ontwikkeling van SUV’s, maar dat zijn vaak middelgrote of kleine modellen die zelfs nauwelijks zwaarder zijn dan de berlines, breaks of monovolumes die ze vervangen.
Wat het gewicht wel verhoogt, zijn de comfort- en veiligheidssnufjes (verstevigingen, maar ook radars of camera’s) én de elektrificatie… die door de overheid wordt opgedrongen. Wiens schuld is het dan? In plaats van te klagen, zou het beter zijn om wat creativiteit en moed te tonen. Bijvoorbeeld door een hele keten voor lichte materialen uit te bouwen, zoals het geval is in de luchtvaart. Uiteraard zou dit in eerste instantie de prijzen verhogen, maar zodra deze technologieën veralgemeend worden, wint iedereen. Waarop wacht men?
Op zoek naar een auto? Zoek, vind en koop het beste model op Gocar.be